Boodschap voor Wereldcommunicatiedag 2014

COMMUNICATIE TEN DIENSTE VAN EEN AUTHENTIEKE ONTMOETINGSCULTUUR

Geliefde Broeders en Zusters,

We leven tegenwoordig in een wereld die steeds “kleiner” wordt en waarin het, als gevolg, voor ons allemaal steeds makkelijker zou moeten zijn naasten van elkaar te zijn. Ontwikkelingen op het gebied van reizen en communicatie brengen ons dichter bij elkaar en maken ons meer verbonden, ook terwijl de globalisatie ons steeds meer onderling afhankelijk maakt. Toch blijft er binnen onze menselijke familie verdeeldheid bestaan, die soms behoorlijk diep is. Op wereldniveau zien we een schandalig gat tussen de overvloed van de rijken en de volslagen ellende van de armen. Vaak hoeven we maar door de straten van een stad te lopen om het contrast te zien tussen mensen die op straat leven en de schitterende verlichting van de etalages. We zijn zo gewend geraakt aan die dingen dat ze ons niet langer storen. Onze wereld lijdt aan vele vormen van uitsluiting, marginalisatie en armoede, om maar te zwijgen van conflicten die voortkomen uit een combinatie van economische, politieke, ideologische en, helaas, zelfs religieuze motieven.

In een wereld als deze kunnen de media ons helpen ons dichter bij elkaar te brengen, en zo een gevoel van eenheid in de menselijke familie te creëren die op zijn beurt kan leiden tot solidariteit en welgemeende pogingen om allen van een waardiger leven te verzekeren. Goede communicatie brengt ons dichter bij elkaar, laat ons elkaar beter kennen, en laat ons uiteindelijk in eenheid toenemen. De muren die ons verdelen kunnen alleen worden afgebroken als we bereid zijn naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. We moeten onze verschillen oplossen door dialoogvormen die ons in begrip en wederzijds respect doen groeien. Een cultuur van ontmoeting vereist dat we niet alleen bereid zijn te geven, maar ook om te ontvangen. De media kunnen ons hier heel goed in helpen, vooral nu de menselijke communicatienetwerken ongekende sprongen voorwaarts hebben gemaakt. Met name het internet beidt enorme mogelijkheden voor ontmoeting en solidariteit. Dit is iets werkelijk goeds, een geschenk van God.

Dit wil niet zeggen dat bepaalde problemen niet bestaan. De snelheid waarmee informatie wordt doorgegeven is groter dan ons vermogen tot reflectie en oordeel, en dit zorgt niet voor evenwichtiger en betere vormen van zelfexpressie. De verscheidenheid aan meningen die uitgesproken worden kunnen als nuttig beschouwd worden, maar stellen mensen ook in staat zich achter informatiebronnen te verbergen die alleen hun eigen wensen en ideeën of politieke en economische belangen bevestigen. De communicatiewereld kan ons helpen om onze kennis te vergroten of de weg kwijt te raken. Het verlangen naar digitale verbondenheid kan als resultaat hebben dat het ons afsluit van onze naasten, van degenen die het dichtst bij ons staan. We mogen niet over het hoofd zijn dat degenen die om wat voor reden dan ook geen toegang tot sociale media hebben het risico lopen achtergelaten te worden.

Hoewel deze nadelen reëel zijn, rechtvaardigen ze niet het afwijzen van sociale media; ze herinneren ons er veeleer aan dat communicatie uiteindelijk een menselijke in plaats van technologische prestatie is. Wat helpt ons dan om in de digitale omgeving in menselijkheid en wederzijds begrip te groeien? We moeten bijvoorbeeld een bepaald bewustzijn en rust herwinnen. Dit vraagt om tijd en het vermogen om stil te zijn en te luisteren. We moeten ook geduldig zijn als we anderen willen begrijpen. Mensen drukken zich alleen volledig uit als ze niet alleen worden getolereerd, maar weten dat ze werkelijk geaccepteerd worden. Als we werkelijk aandachtig luisteren naar anderen, dan zullen we leren naar de wereld te kijken met andere ogen, en de rijkdom van menselijke ervaringen, zoals uitgedrukt in verschillende culturen en tradities, gaan waarderen. We zullen ook leren de belangrijke waarden van het christendom, zoals de visie op de menselijke persoon, de aard van het huwelijk en het gezin, het juiste onderscheid tussen de religieuze en politieke invloedssferen, de principes van solidariteit en subsidiariteit, en vele andere, vollediger te waarderen.

 Hoe kan de communicatie dan beter ten dienste staan van een authentieke ontmoetingscultuur? Wat betekent het voor ons, als leerlingen van de Heer, om anderen te ontmoeten in het licht van het Evangelie? Hoe kunnen we, ondanks onze eigen beperkingen en zondigheid, de andere werkelijk nabij komen? Deze vragen zijn samengevat in wat een wetgeleerde – een communicator – eens aan Jezus vroeg: “Maar wie is mijn naaste?” (Luc. 10:29). Deze vraag kan ons helpen om communicatie te zien als een vorm van “nabijheid”. We zouden de vraag als volgt anders kunnen stellen: Hoe kunnen we “nabij” zijn in ons gebruik van de communicatiemedia en in de nieuwe omgeving die voortkomt uit digitale technologie? In de parabel van de Barmhartige Samaritaan, dat ook een parabel over communicatie is, vind ik een antwoord. Zij die communiceren worden, in feite, naasten. De Barmhartige Samaritaan komt de man die hij halfdood aan de kant van de weg aantreft niet alleen nabij; hij neemt verantwoordelijkheid voor hem. Jezus verschuift ons begrip: het gaat niet alleen om het zien van de ander als iemand zoals ik, maar om het vermogen om mijzelf als de ander te maken. Communicatie gaat eigenlijk om het begrijpen dat we allemaal menselijke wezens zijn, kinderen van God. Ik beschouw deze kracht van de communicatie graag als “nabijheid”.

Wanneer communicatie in de eerste plaats gericht is op het bevorderen van consumptie of het manipuleren van anderen, dan hebben we te maken met een vorm van gewelddadige agressie zoals ondergaan door de man in de parabel, die door rovers in elkaar was geslagen en achtergelaten op de weg. De Leviet en de priester beschouwen hem niet als een naaste, maar als een vreemde die op afstand moet worden gehouden. In die tijd werd hun reactie bepaald door regels van rituele reinheid. Tegenwoordig bestaat er het gevaar dat bepaalde media onze reacties zo bepalen dat we onze werkelijke naasten niet zien.

Het volstaat niet om voorbijgangers te zijn op de digitale wegen, om slechts “verbonden” te zijn; verbintenissen moeten zich ontwikkelen tot ware ontmoetingen. We kunnen niet apart leven, opgesloten in onszelf. We moeten liefhebben en liefgehad worden. We hebben tederheid nodig. Mediastrategieën verzekeren geen schoonheid, goedheid en waarheid in de communicatie. De mediawereld moet zich ook met menselijkheid bezighouden, ook zij is geroepen tot tederheid. De digitale wereld kan een omgeving zijn die rijk is aan menselijkheid; een netwerk, niet van kabels, maar van mensen. De onpartijdigheid van de media is slechts uiterlijk; alleen zij die zichzelf overstijgen in hun communicatie kunnen ware referentiepunten voor anderen worden. Persoonlijke betrokkenheid is de basis van de betrouwbaarheid van een communicator. Dankzij het internet kan de christelijke getuigenis daarmee de randen van het menselijk bestaan bereiken.

Zoals ik vaak heb opgemerkt geef ik, als er een keuze gemaakt moet worden tussen een gewonde Kerk die de straat op gaat en een Kerk die lijdt aan zelfingenomenheid, de voorkeur aan de eerste. Die “straat” is de wereld waar mensen leven en waar ze bereikt kunnen worden, zowel effectief als affectief. De digitale snelweg is zo’n straat, een straat vol mensen die vaak pijn hebben, mannen en vrouwen die zoeken naar verlossing en hoop. Door middel van het internet kan de christelijke boodschap reiken “tot het uiteinde van de aarde” (Hand. 1:8). De deuren van onze kerken openhouden betekent ook dat we ze openhouden in de digitale omgeving, zodat mensen, ongeacht hun levenssituatie, binnen kunnen komen, en zodat het Evangelie naar buiten kan gaan en iedereen kan bereiken. We zijn geroepen om te laten zien dat de Kerk het huis voor iedereen is. Zijn we in staat om het beeld van zo’n Kerk te communiceren? Communicatie is een manier om de missionaire roeping van de gehele Kerk uit te drukken; tegenwoordig zijn de sociale netwerken één manier om deze oproep te ervaren om de schoonheid van het geloof, de schoonheid van de ontmoeting met Christus te ontdekken. Ook op het gebied van de communicatie hebben we een Kerk nodig die warmte kan brengen en harten kan roeren.

Effectieve christelijke getuigenis draait niet om het bombarderen van mensen met religieuze boodschappen, maar om onze bereidheid om beschikbaar te zijn voor anderen, “op hun voortgang in hun zoektocht naar de waarheid en de betekenis van het menselijk bestaan, door hun vragen en twijfels geduldig en met respect te beantwoorden” (Benedictus XVI, Boodschap voor de 47 Wereldcommunicatiedag, 2013). We hoeven slechts te denken aan het verhaal van de leerlingen op de weg naar Emmaüs. We moeten in staat zijn een gesprek te voeren met de mannen en vrouwen van nu, om hun verwachtingen, twijfels en hoop te begrijpen, en hen het Evangelie te brengen, Jezus Christus zelf, de mensgeworden God, die stierf en verrees om ons te bevrijden van zonde en dood. We worden uitgedaagd om mensen met diepgang te zijn, met aandacht voor wat er om ons heen gebeurt en geestelijk alert. In gesprek gaan betekent geloven dat de “ander” iets te zeggen heeft dat de moeite waard is, en zijn of haar gezichtspunt en perspectief te overwegen. In gesprek gaan betekent niet het afzweren van onze eigen ideeën en tradities, maar wel de bewering dat alleen deze geldig en absoluut zijn.

Moge het beeld van de Barmhartige Samaritaan, die de wonden van de gewonde man verzorgde door er olie en wijn op te gieten, onze inspiratie zijn. Laat onze communicatie een zalf zijn die pijn verlicht en een goede wijn die het hart verblijdt. Moge het licht dat we naar anderen brengen niet het resultaat zijn van uiterlijkheden of effecten, maar van onze identiteit als liefhebbende en genadige “naasten” van  de gewonden en verlatenen aan de kant van de weg. Laat ons vrijmoedig burgers worden van de digitale wereld. De Kerk moet zorg hebben voor en aanwezig zijn in de communicatiewereld, om met de mensen van nu in gesprek te gaan en hen te helpen Christus te ontmoeten. Ze moet een Kerk zijn die naast anderen staat, die in staat is om iedereen op de weg te vergezellen. De revolutie die plaatsvindt in de communicatiemedia en de informatietechnologie vertegenwoordigt een grote en spannende uitdaging: mogen we die uitdaging aangaan met nieuwe energie en verbeeldingskracht, en met anderen de schoonheid van God delen.

Uit het Vaticaan, 24 januari 2014, de Herdenking van Sint-Franciscus van Sales.

FRANCISCUS

One thought on “Boodschap voor Wereldcommunicatiedag 2014”

Leave a comment